De Pinkstercantate “Desired ray of light” BWV 184 is gebaseerd op een compositie uit Köthen, waarschijnlijk een felicitatiecantate, waarvan Bach de instrumentale partijen (alleen deze zijn bewaard gebleven) heeft hergebruikt in de Pinkstercantate uit Leipzig. Alleen de koraalzetting was kennelijk nieuw gecomponeerd.

Ondanks de geringe speelruimte die de reeds voltooide compositie de librettist liet, slaagde hij er toch in een coherente Pinkstertekst te maken. Het feit dat de cantate begint met een lang tenor accompagnato met twee fluiten gevolgd door een pastoraal duet is verrassend. De plaatsing van het koraal niet aan het einde van het werk maar vóór het slotkoor is ongebruikelijk. Bach was zich kennelijk bewust van het effect dat het slot van dit levendige deel zou hebben en wilde dit ook in de sacrale vorm behouden. De sacrale versie werd voor het eerst uitgevoerd op de derde Pinksterdag in 1724, waarschijnlijk nadat een parodie op een andere cantate uit Köthen (BWV 173) al op de tweede Pinksterdag was uitgevoerd.